Proost!

Niels zei vorige week; “Je moet ook nog een blog schrijven over de uitslag over uitzaaiingen en het genonderzoek”. “Ohja; uitzaaiingen,” zei ik, “dat was ik alweer vergeten.” Het heeft blijkbaar weinig indruk op me gemaakt, zo weinig dat ik het bijna had overgeslagen op m’n blog!

Ik denk dat ik wel weet waar dat mee te maken heeft. Ten eerste zweefde ik nog steeds boven iedereen uit; keek nog steeds vanaf een afstandje naar mezelf. Ik ging mee in de hele Jacintha-heeft-kanker-gekte, maar echt beseffen dat het over mij ging deed ik niet. Natuurlijk zijn er wel momenten geweest waarop ik me weldegelijk besefte dat het over mij ging; de operatie is daar een voorbeeld van. Maar vervolgens zakte ik weer terug in de vertrouwde Jacintha-op-afstand.

Daarnaast was ik op dat moment zo bezig met overleven en toeleven naar de volgende stap, dat ik niet echt bewust heb meegekregen dat er belangrijke uitslagen voorbij kwamen. Ik moest me mentaal voorbereiden op de chemo, de rest kon me even gestolen worden. Ik was ergens wel een beetje nerveus voor de uitslag, omdat m’n verstand wel wist dat dit belangrijk was, maar echt beseffen dat het eigenlijk heel veel invloed had op mijn prognose deed ik niet.

De uitslagen van de afgenomen onderzoeken (PET-scan, snijranden van de wond) waren allemaal goed; ik had geen uitzaaiingen buiten de borst. Dat was wel een feestje waard. Wat zeg ik, een groot feest! Maar het voelde voor mij niet meer dan een kortstondige opluchting waarna ik weer terugzakte in de ik-bereid-me-voor-op-de-chemo-modus.

Mijn ouders proosten op de goede uitkomst!

Mijn ouders proosten op de goede uitkomst!

Het genonderzoek heb ik wel bewuster beleefd. “Waarom dat dan wel?” hoor ik jullie zeggen. Ik denk dat dat te maken heeft met het feit dat het niet alleen over mij ging, maar ook over mijn gezin. Ik maakte me druk over iets dat buiten mezelf lag, waardoor het eindelijk als iets échts voelde.

De gevolgen van het hebben van het gen heb ik ook al beschreven in de vorige post. Als ik het gen had, dan had mijn zusje ook een grote kans op het gen en een van m’n ouders had ook een grote kans op een vorm van kanker. Dat ik op dat moment m’n andere borst en eierstokken zou moeten laten verwijderen kwam niet echt binnen. M’n overlevingsmodus vertelde me dat ik dat ook wel aan zou kunnen. Het zou pas écht erg zijn als mijn gezin het ook zou krijgen!

Het genonderzoek zelf stelt niet veel voor. Je moet wat bloed laten prikken en een stamboom van jouw familie invullen gericht op de mensen met kanker. De geneticus vertelde ons tijdens de afspraak dat het een aantal weken kon duren en dat ik daarna gebeld zou worden over de uitslag.

Na een aantal weken werden we inderdaad gebeld, maar niet met de uitslag. Ik kreeg te horen dat ik een afspraak met haar had. Voor mij was dit hét teken dat ik het gen zou hebben, waarom zou ze me anders laten langskomen? Voor de uitslag gingen Niels, maar ook m’n zusje mee. Zo konden we meteen actie ondernemen als zij een grote kans had op het gen.

Eenmaal in Nijmegen aangekomen, werd ik steeds zenuwachtiger. Maar toen we daar binnenkwamen was de geneticus heel ontspannen. Iets wat totaal niet matchte met mijn gevoel! Het duurde even maar uiteindelijk zei ze tussen neus en lippen door dat ik het gen niet had. Ik keek vol verbazing m’n zusje aan; had ik dit nou goed gehoord? “Zegt u nou dat ik het gen niet heb? Maar waarom moest ik dan hierheen komen?” vroeg ik me hardop af.

De geneticus schrok zichtbaar van onze reactie. Ze voelde zich duidelijk schuldig over de aanpak. Ze wist namelijk niet meer dat ze gezegd had dat ze de uitslag zou doorbellen en vond het netjes om het op deze manier af te ronden. Dit is meteen ook een tip voor iedere verpleegkundige/arts maar ook voor mezelf als logopedist in opleiding; wees bewust van wat je tegen de patiënt zegt. Voor de patiënt is alles wat je zegt belangrijk!

Ramona proost op de goede uitslag!

Ramona proost op de goede uitslag!

Maar gelukkig kunnen we alles snel vergeten want het feit dat ik het gen niet heb (en daarmee mijn gezin) is belangrijker dan de stress vooraf. Nu was het echt tijd voor feest! Iets wat eindelijk wel binnen kwam en waar ik enorm over opgelucht was. Eindelijk iets om oprecht blij over te zijn!

Die overlevingsmodus is leuk, maar echt bewust dingen meemaken deed ik daardoor niet. Het besef dat ik enorm geluk heb gehad wat betreft uitzaaiingen en het niet hebben van één van de borstkankergenen, komt nu pas. Wat mag ik blij zijn dat ik die knobbel die donderdagochtend voelde en meteen naar de huisarts ben gegaan! En wat mag ik ontzettend blij zijn dat mijn gezin het gen niet heeft. Iets wat een aantal maanden later alsnog een feestje waard is; PROOST!

Maanden later kan ik ook eindelijk proosten!

Maanden later kan ik ook eindelijk proosten!

15 comments

  1. Marike says:

    Fijn! Ja je wordt zo geleefd en je krijgt zoveel uitslagen dat je (gelukkig) niet echt tijd hebt om te veel met die uitslagen bezig te zijn. Ben je trouwens ook op Chek2 getest? Of alleen op BRCA? Groetjes Marike

    • Jacintha says:

      Dat zou ik even moeten nakijken, maar volgens mij niet. Dat is misschien nog wel een optie anders! Er móet iets zijn, maar of ik daar ooit achter kom is de vraag.

  2. Wessel says:

    Zelfs als je de patienten nog even wilt zien, dan kan de goede uitslag toch wel alvast via de telefoon? Of zou het niet zo simpel zijn?

    Ben trouwens echt benieuwd wat jouw ouders die avond aten, heb echt geen idee ;).

Geef een reactie